Met deze FAQ lijst wordt antwoord gegeven op vaker gestelde vragen over het werken met of het beheer van de (nieuwe) Triageflow van VIPLive Spoed EPD. Ook is er instructiemateriaal beschikbaar:
Scherm: Triage
Start contact |
Via de knoppen "Telefonische Triage" of "Binnenloper" |
Parkeren contact |
Met het kruisje rechts bovenin of de "Parkeren" knop rechts onderin, wordt het contact geparkeerd in de werklijst om later af te handelen. Het terugbelnummer is verplicht. Alle gegevens blijven bewaard. |
Terugbellen contact (VCare) |
Bij een telefoniekoppeling wordt teruggebeld via de knop bovenaan het scherm. De bij de patiënt bekende nr's worden getoond met het terugbelnummer, geselecteerd. Er kan ook handmatig een nummer worden ingevoerd. |
Deactiveren contact |
Als de patiënt gekoppeld is aan de triage/het contact dan kan (o.b.v. toegekende rechten) het contact met reden gedeactiveerd worden. |
Stoppen contact |
Zolang er geen patiënt gekoppeld is aan de triage/het contact dan wordt een contact gestopt met de knop "Contact stoppen" linksonder. Alle informatie gaat verloren. |
Snel zoeken (patiënt) |
Zoek met BSN (voorkeur) of met meerdere zoekcriteria om het zoekresultaat te filteren (tot 25). Zoekcriteria zijn:
Altijd gescheiden met een "komma". Met een combinatie van deze zoekcriteria bij de SBV-z gezocht. |
Uitgebreid zoeken (patiënt) |
Als via "Snel zoeken" de patiënt niet gevonden wordt, kies dan "Uitgebreid zoeken". Met BSN, geboortedatum, geslacht, naam of adres (postcode/huisnummer) kan worden gezocht. Met het "Locatie - Naam" schuifje wordt bepaald of op naam of adres wordt gezocht. |
Nieuwe patiënt |
Als de patiënt na minimaal eenmaal zoeken niet gevonden wordt, klik dan "Nieuwe patiënt" bij "Snel zoeken" of op het "Uitgebreid zoeken" scherm. |
Thuisadres
|
Met postcode (spatie) huisnummer evt. huisnr. toevoeging wordt automatisch het adres getoond via de postcodetabel. Bij geen resultaat wordt het adres handmatig ingevoerd via "Buitenlands of handmatig adres invoeren". |
Bezoekadres |
Het bezoekadres kan op de Patiëntkaart worden ingevoerd*:
* Het bezoekadres kan ook later bij vervolgacties worden ingevoerd/bewerkt. |
Geheimadres |
Als SBV-z geen adres teruggeeft klik dan "Huidige gegevens" op het matchscreen. De adresgegevens van de patiënt worden nu niet overgeschreven. Spoed EPD toont wel dat er sprake was van een geheimadres. |
Identiteit vastleggen |
Bij "Telefonische Triage" wordt de Identiteit a.d.h.v. een vergewissing vastgelegd. Bij een "Binnenloper" wordt ook de WID-registratie gebruikt. Kies het juiste Documenttype, registreer het nummer (verplicht) en klik; "Registreren" (verplicht). Indien nodig; "Controleren" bij de SBV-z (niet verplicht). Een correcte ID vastlegging is nodig voor het ophalen van het externe dossier. |
Onvolledige patiënt |
Onvolledige patiëntgegevens kunnen op 2 manieren worden aangevuld tijdens de triage:
|
Recent contact |
Als de patiënt recent contact heeft gehad wordt dat op 3 manieren getoond:
De alert verdwijnt door klikken op "Bekijk contact historie" of de "Aandacht vereist" card (Volledige weergave wordt getoond). In "Volledige dossierweergave", tabblad Contacthistorie, wordt getoond als het een "recent contact is" door de gele melding bij de contactregel. |
Memo('s) |
Als de patiënt een memo (huisarts en/of Spoed EPD) heeft dan wordt dat op 2 manieren getoond:
De alert verdwijnt door klikken op "Bekijk dossier" of de "Aandacht vereist" card. In Volledige weergave wordt via "Markeer alles gelezen", meerdere memo's in één keer als alleen lezen gemarkeerd. |
Actueel dossier |
Het volledige dossier wordt via "Toon actueel" gefilterd tot:
In het beheer is bepaald of het dossier standaard gefilterd wordt. |
Volledige dossierweergave |
Het volledige dossier met alle tabbladen (memo's, uitslagen, journaals etc.) wordt getoond via "Volledige weergave" (net onder de patiënt naam). Het dossier is onderverdeeld in tabbladen met, contacthistorie, medicatie etc. In het beheer is bepaald of het dossier volledig of gefilterd wordt getoond. Met de schuif beïnvloed je de weergave. |
Sortering dossier |
Episodes zijn gegroepeerd op: probleem episodes (blauw vlaggetje) en overige episodes. Binnen een groep is de sortering van: nieuw naar oud onder. De datum toont de laatste contactdatum. Contacten (huisarts en Spoed EPD) staan gesorteerd van: nieuw boven naar oud onder. |
Notificaties dossier |
Als het niet lukt het LSP/Medicom dossier op te halen dan wordt een gekleurde melding getoond. Blauw: de gebruiker kan een aanpassing doen om het dossier toch op te halen. Oranje: de gebruiker kan niets doen om het dossier op te halen. Voor ACP: als het ACP lukt dan wordt dit gemeld anders wordt een rode melding getoond. |
Scherm: Vervolgacties
Cards |
Het scherm is opgedeeld in intelligente card. In de titel wordt statusinformatie getoond. Voor dit contact:
De kleur van de informatie toont of er actie vereist is en de card evt opengeklapt moet worden:
|
Autorisatiecontact |
Een autorisatiecontact (zelfstandig advies) wordt automatisch gekenmerkt als "Klaar voor fiatteren" en met "Afronden" op de autorisatielijst van de arts geplaatst. Bij contacten waar interventie nodig is (bijv. consult triagist, fysieke triage) en pas dan gereed zijn voor autorisatie, wordt de optie "Klaar voor fiatteren" handmatig geactiveerd. |
Bezoekadres |
Bij een actie "Consult" of "Visite" kan het bezoekadres worden ingevoerd/bewerkt*:
*Het bezoekadres kan ook al op de "Patiëntkaart" worden ingevoerd. |
Boeken afspraak |
Bij het boeken van een afspraak wordt de agenda van de werklocatie standaard geopend (locatie 2 in het voorbeeld). Klik op de locatiebalk (locatie 3 in het voorbeeld) voor inzage en of boeken in de agenda van de andere locatie. |
E, ICPC-rubriek |
Na het kiezen van de actie worden de E & ICPC rubrieken getoond als dit in het beheer is ingericht. Invoer in "Evaluatie" doet automatisch een voorstel voor ICPC. De ICPC kan ook gekozen worden door een code of de omschrijving in het ICPC veld te noteren. |
O-rubriek |
De "O-rubriek" wordt standaard getoond als dit in het beheer is ingericht. Het is nog niet mogelijk om gestructureerd meetwaarden te registreren |
Medicatie voorschrijven |
Via "Recept voorschrijven" wordt de medicatiekaart getoond en kan een herhaalrecept worden gemaakt. Een nieuw medicament wordt via de memo-code of productnaam opgezocht en gekoppeld. Aan de rechterzijde worden contra-indicaties en allergieën direct leesbaar getoond en bij koppelen van het medicament actief op bewaakt. Het gebruiksvoorschrift (NHG/Medicom), aantal en einddatum worden genoteerd (waar mogelijk automatisch berekend) en de gebruiksvoorschrift-tool als ook het Farmacotherapeutisch Kompas zijn beschikbaar bij hulp. Met de knoppen rechtsonder wordt het recept gekoppeld en of direct verstuurd naar de apotheek. De medicatie card toont de zojuist gekoppelde medicatie. De volledige dossierweergave, tabblad medicatie, toont of de medicatie in het huidig contact is voorgeschreven. Het is nog niet mogelijk om m.b.v. Prescriptor een recept te maken. Ook worden nog niet de lijst met veelgebruikte medicamenten op jouw post getoond. |
HAP-HAP samenwerking |
In de verwijzen card kan de samenwerkende collega spoedpost worden gekozen als dit is ingericht in het beheer. De triagist wisselt mee en het contact wordt afgehandeld in het huidig contactscherm van de collega spoedpost. De triage moet afgerond zijn. Recente contacten van de collega spoedpost kunnen binnen de HAP-HAP samenwerking worden ingezien. Ook is duidelijk met welke spoedpost recent contact is geweest. |
Uitstellen pluis/niet pluis |
De beantwoording van de verplichte Pluis/Niet Pluis vragen kan worden uitgesteld via: "Beoordeling uitstellen" als dit is ingericht in het beheer. Het "Mijn signalen" veld wordt; alleen lezen en de huisarts is verplicht deze vraag, vanaf het Huidig contactscherm, te beantwoorden. Bij Parkeren en heropenen van het contact vervalt uitstellen keuze en kan er opnieuw beoordeeld worden. |
Tweede Triage |
Op het Triagescherm kan een tweede triage worden gestart. Eerdere afgeronde triages zijn altijd inzichtelijk. |
Uitstellen Triage |
In de Urgentiecard kan het afronden van de triage worden uitgesteld. De optie is beschikbaar zodra de patiënt aan het contact is gekoppeld. |
Voorkeursacties |
Voorkeursacties staan bovenaan (sterretje) als dit is ingericht in het beheer. |
Scherm: Afronden
Betaalmethodiek en EHIC |
De COV wordt automatisch uitgevoerd op het Afronden blad. Via Betaalmethodiek wijzigen kunnen de gegevens worden bewerkt. Op de Afronden pagina kan via "Betaalmethodiek wijzigen", de betaalmethodiek worden bewerkt incl. EHIC. |
COV onverzekerd |
Als er bijzonderheden zijn bij de verzekering van de patiënt dan wordt dit gemeld zodra de patiëntkaart wordt opgeslagen. |
Registratie door arts |
Als een arts 'meebelt' dan wordt een adviescontact afgerond in de Triageflow, vervolgens door de arts in de werklijst geopend om hier af te sluiten en in het contactarchief te plaatsen. |
Instructiemateriaal:
Releasenotes |
Op de supportpagina staan de releasenotes met een gedetailleerde omschrijving van de nieuwe functies. |
E-learning Triageflow |
Hier registreert de gebruiker zich en krijgt de (gratis) e-learning voucher toegestuurd (afzender: @aegolius-academy.nl). De e-learning bevat een demo en een "Zelf doen" module, inclusief instructie. Deze e-learning richt zich alleen op de Triageflow, kent geen test en is niet geaccrediteerd. |
Clickable Triageflow |
Hier opent de gebruiker een clickable, zonder verdere instructie, die kan worden doorgeklikt. Gegevens (als personalia) worden voor ingevuld. Memo's / recente contacten kunnen worden ingezien, waarna de signalering wegvalt. |
Demo Triageflow |
Hier opent de gebruiker een demo waarin de Triageflow, toegelicht wordt. |
Beheer:
Activeren Triageflow |
Dit gebeurt op 3 niveaus Niveau 1: Instantie beheer (inrichten dat er met de Triageflow kan worden gewerkt)
Niveau 2: Rollenbeheer (inrichten dat er met de Triageflow kan worden gewerkt)
Niveau 3: Medewerkerbeheer (activeren dat de medewerker werkt met de Triageflow)
Als level 1 en 2 zijn ingericht kan de triagist het werken met de Triageflow zelf aan/uit zetten:
|
Activeren Triageflow zonder UIT te kunnen zetten |
De Triageflow wordt definitief 'aan' gezet; alle medewerkers werken dan in Triageflow en is er geen keuze meer deze module "uit" te zetten. Neem hiervoor contact op met de servicedesk via een Zendesk ticket. |
Activeren autorisatiecontact |
Om een autorisatiecontact direct op de autorisatielijst te plaatsen bij afronden:
"Klaar voor fiatteren" staat standaard "aan" voor de triagist: aan (schuifje naar rechts)*. Het kenmerk "Autoriseren" (Instantiebeheer) is overbodig en kan worden verwijderd. Er is ook geen afhankelijkheid meer tussen: Actietype Telefonisch consult en de KPI Fiatteren in het Actie/Statusbeheer. *Zie ook vraag: Activeren E/ICPC-rubriek. |
Activeren E/ICPC-rubriek |
Om de E-rubriek/ICPC bij bepaalde acties te tonen zijn twee instellingen nodig*:
*Zie ook vraag: Activeren autorisatiecontact. |
Activeren O-rubriek |
Om de O-rubriek te tonen tijdens de triage:
|
Registratie-item "Binnenloper" |
Spoed EPD herkent of een contact via de Binnenloper knop is gestart. Het is niet meer nodig om (blokkerende) registratie-items aan de actie toe te voegen. Verwijder deze in het actie/statusbeheer en inactiveer in het registratieitembeheer. |
Standaard dossier |
In het Instantiebeheer wordt bepaald of het dossier standaard gefilterd wordt of volledig wordt getoond:
|
Uitstellen pluis/niet pluis |
Om de beantwoording van de pluis/niet pluis uit te kunnen stellen:
Alleen van waarde als deze opties verplicht zijn ingericht in het Instantiebeheer |