Patiëntbeheer
In het Patiëntbeheer kunnen alle patiënten worden teruggevonden die contact hebben gehad met de huisartsenpost. Ook inactieve patiënten, bijvoorbeeld als zij zijn overleden, worden getoond.
Via het multi zoekveld kan op een aantal zoekcriteria, o.a. geboortedatum/BSN/naam of postcode, worden gezocht. De applicatie herkent automatisch de invoer en toont het bijpassende zoekresultaat. Via de individuele zoekvelden kan op meerdere zoekcriteria tegelijk worden gezocht.
Figuur 1 - patiëntenbeheer
Zoekresultaat
In het 'Patiënt zoeken' kader wordt door het invoeren van één of meerdere zoekcriteria gezocht naar de patiënt.
TIP – gebruik voor snel zoeken de <Enter> knop op uw toetsenbord i.p.v. de [Zoeken] knop op het scherm. Er kan op naam, geboortedatum, geslacht (M/V), postcode, telefoonnummer of BSN worden gezocht:
- 25081979 = geb. datum Er kan gebruik worden gemaakt van geen of ".", "/", "-" als scheidingsteken. Wanneer geen scheidingsteken wordt geplaatst moeten 6 of 8 cijfers worden ingevoerd om het nummer als geboortedatum te herkennen (met of zonder scheidingstekens);
- 250879 = geb. datum;
- 6595AM = postcode;
- Janssen = achternaam (geboorte-/partnernaam);
- Straat evt. in combinatie met huisnummer
- 0123456789/0800 of 0900 telefoonnummer
Na invoer van de zoekcriteria en klikken op <Enter> of de knop [Zoeken] worden de bekende patiënten in alfabetische volgorde getoond.
Figuur 2 - zoekresultaat bekende patiënten
Als de juiste patiënt getoond wordt klik dan de patiëntregel om het personaliascherm te tonen. Als de juiste patiënt niet wordt getoond klik dan [Patiënt toevoegen].
Tonen Eigennaam vs Partnernaam
Op het personaliascherm wordt het naamgebruik, toonwijze van de eigennaam / partnernaam in de applicatie, bepaald. Bij het zoeken naar een patiënt wordt bij het zoekresultaat altijd beide namen getoond, ook als één va de twee namen wel is geregistreerd maar is verborgen, om onterechte dubbele registratie te voorkomen.
De verborgen naam (als via het naamgebruik is bepaald deze naam niet in de applicatie te tonen maar wel is geregistreerd) wordt tussen haakjes getoond. Voorbeeld:
- Volledig getoonde naam is Visser, A. – Beekema;
- Visser = Partnernaam
- Beekema = Eigennaam
- Naamgebruik staat op Partnernaam - Eigen
- Als in het Patiëntbeheer via naamgebruik is bepaald dat alleen "Eigennaam" wordt getoond maar beide namen zijn geregistreerd:
- Toonwijze – Schepen, Y. (- Visser de van der)
Meerling indicatie
Op het personaliascherm is het mogelijk aan te geven of de patiënt één van een Meerling is. Bij het zoekresultaat wordt het meerling icoon getoond als extra attentie voor de medewerker dat voor de juiste patiënt het contact wordt aangenomen.
Figuur 3 - meerling indicatie
Inactieve patiënt
Wanneer een patiënt geïnactiveerd is (verborgen), bijvoorbeeld omdat de patiënt is overleden of ontdubbeld, dan wordt deze regel grijs gekleurd getoond. Het is mogelijk een patiënt te activeren door deze in het Patiëntbeheer scherm weer 'in te schrijven'.
Figuur 4 – patiënt P. Schepen is 'inactief'
Personaliascherm/Nieuwe patiënt toevoegen
Na het zoeken naar, kiezen van de patiënt of klikken op [Patiënt toevoegen] wordt het personaliascherm getoond. Het scherm bevat twee tabbladen 'Persoonsgegevens' en 'Additioneel':
- In het eerste geval wordt een gevuld personaliascherm getoond en kunnen gegevens worden aangepast;
- In het tweede geval is het zoekcriterium voor ingevuld op het personaliascherm, de overige velden zijn nog leeg.
Figuur 5 - tabblad persoonsgegevens
Tabel 1 – velden van het personaliascherm
Kader |
Gebruik/format |
Aanvullende opmerkingen |
Personalia |
Identificerende gegevens van de patiënt |
|
Eigennaam vs Partnernaam |
Eigennaam is de meisjesnaam, of geboortenaam (NIET partnernaam). |
In de communicatie is de eigennaam essentieel |
Geboortedatum |
DDMMYYYY |
Pas met 6 of 8 cijfers kan de applicatie een geboortedatum herkennen. |
Meerling |
AAN vinken als patiënt één van een meerling is |
|
Telefoon, terugbelnummer |
10-cijferig, ook 0800/0900 (8 of 11-cijferig) |
Wanneer het telefoonnummer onbekend is dan kan 00 worden gebruikt als Escape (bij ieder volgend contact wordt opnieuw naar het nummer gevraagd). |
Patiënt-/ debiteurnr. |
Het patiëntnummer dat ook gebruikt wordt als debiteurnummer voor FinControl |
|
HAP/TAP Passant |
Vink veld als eigen huisarts/tandarts onbekend is |
TAP passant wordt alleen getoond als de huisartsenpost het TAP protocol ondersteunt |
Huisarts |
Voor gedefinieerde lijst met huisartsen in de regio |
|
Tandarts |
Voor gedefinieerde lijst met tandartsen in de regio |
|
BSN |
|
|
Alleen BSN zoeken? |
SBV-z dienst 'Personalia opvragen' |
|
BSN bron en Gecontroleerd door |
Administratieve informatie |
|
LSP aangemeld |
Rood wanneer niet aangemeld (geen dossier via LSP). Groen wanneer aangemeld. |
|
Ingeschreven? |
Of patiënt actief is of niet |
|
Adresgegevens |
Invoeren thuisadres en factuuradres patiënt |
Er wordt gebruikgemaakt van de postcodetabel |
Automatisch aanvullen |
Vul postcode/huisnummer in, de straatnaam en woonplaats worden er automatisch bij gezocht. |
Als het land niet op Nederland staat dan werkt de automatische aanvulling niet en wordt er geen validatie op invoer gedaan bij [verder naar contact] |
Identiteit (ID) vastleggen Zie ook § 2.3.4. |
Voorwaardelijk voor communicatie met het LSP. Bij telefonisch contact is een vergewissing voldoende. Er wordt in het groen gemeld of de identiteit is vastgelegd, door wie en op welke datum/tijdstip. Geen of negatieve vastlegging wordt in het oranje gemeld |
Zie ook §3.2.5.3 |
Identiteit invoeren |
Getoond bij een nieuwe patiënt, de identiteit moet nog worden vastgelegd via vergewist ja/nee of de WID registratie (WID nummer en documenttype) |
Staat standaard voor gekozen. Pas bij een vergewissing = ja is er een positieve identiteit vastlegging. |
Gecontroleerd door |
Naam, datum en tijdstip van de laatste WID controle, alleen uitvoeren bij ernstige twijfel aan het identiteitsdocument |
Een groene knop toont een positieve WID controle. Een oranje een negatieve controle |
Verzekeringsgegevens |
Laatst bekende verzekering van de patiënt | Via [COV controle] wordt de verzekerdenstatus van de patiënt op dat moment gecontroleerd |
Index overzicht |
Overzicht van alle externe zorgaanbieders die dossier informatie (Professionele Samenvatting – PS – of Medicatie Gegevens – MG – ) aanleveren voor deze patiënt |
Inloggen met een UZI pas verplicht voor het tonen van deze optie |
Logistieke functies |
|
|
Verplichte velden
De verplichte velden moeten zijn ingevuld voordat op [Opslaan] wordt geklikt:
- Eigen naam;
- Geslacht;
- Geboortedatum;
- Postcode / huisnummer woonadres;
- Incompleet factuuradres.
Eigennaam vs partnernaam & naamgebruik
Er kunnen 2 achternamen worden geregistreerd; eigen naam en partnernaam. Voor de communicatie is de eigennaam essentieel en daarom ook verplicht om in te voeren. De eigennaam wordt ook wel 'geboortenaam' genoemd.
Figuur 6 - naamsvelden OP het personaliascherm
Via het 'naamgebruik' kan worden aangegeven hoe als er 2 achternamen zijn geregistreerd, de namen getoond worden in de applicatie en op afgedrukte formulieren. Bij 2 achternamen wordt het naamgebruik automatisch op 'partnernaam – eigennaam' gezet. Dit kan handmatig worden aangepast via de naamgebruik menukeuzelijst. Klik op het naar beneden wijzend pijltje en de opties worden getoond.
Figuur 7 - naamgebruikopties
Via de 'dubbele pijlen knop' achter de eigennaam kan eenvoudig de eigen en partnernaam verwisseld worden (inclusief voorvoegsel) bij verkeerde invoer.
Telefoonnummer & Terugbelnummer
Bij invoer van een correct telefoonnummer (10-cijferig of 0800/0900 nummers) wordt er automatisch vanuit gegaan dat dit ook het terugbelnummer is waarop de patiënt te bereiken is. De radiobutton achter het telefoonnummer veld wordt 'actief'. Er kan ook een tweede telefoonnummer worden geregistreerd. Met de radiobutton achter telefoonnummer 1 of 2 kan worden aangegeven welk nummer als terugbelnummer.
Figuur 8 - telefoonnummer vs terugbelnummer
Eigen huisarts, evt. via praktijk toevoegen Geldt ook voor tandarts vs tandartspraktijk.
Klik, voor het kiezen of wijzigen van de eigen huisarts of tandarts, op het vergrootglas.
Figuur 9 - zoeken of wijzigen eigen huisarts/Tandarts
Het zorgverlener zoeken scherm wordt getoond.
Figuur 10 - zorgverlener zoeken scherm
Voer een zoekcriterium in. Klik <Enter> of [Zoeken]:
- Er wordt gelijktijdig op praktijen en zorgverleners gezocht;
- Klik bij het zoeken op Praktijknaam op de praktijknaam om de aangesloten artsen te tonen. In het voorbeeld is gezocht op 'huisarts' voor het tonen van de praktijken met 'huisarts'. Door te klikken op 'huisartsenpraktijk 2' worden de aangesloten huisartsen getoond;
Figuur 11 - zoeken op praktijk
- Klik op de juiste arts naam voor het toevoegen van de eigen arts aan de patiënt:
- Achter de arts naam wordt: 'Standaard' getoond als indicatie dat deze arts gekozen kan worde, als bij een groepspraktijk niet duidelijk is welke arts de eigen arts is van de patiënt.
BSN geverifieerd & Identiteit vastlegging (WID/Vergewis)
Via het LSP mag alleen maar een medisch dossier worden opgevraagd wanneer het BSN geverifieerd is en de identiteit vastgelegd Via LSP is een geverifieerd BSN of de combinatie Eigen naam, geboortedatum en geslacht minimaal noodzakelijk. Het systeem tracht primair via het LSP het extern medisch dossier op te halen. Als dit dossier niet beschikbaar is en/of er zijn onvoldoende zoekcriteria aanwezig vervalt Topicus HAP automatisch in het OZIS protocol..
BSN
Topicus HAP gebruikt de dienst 'SBV-z' om:
- Het juiste BSN te vinden bij de patiëntgegevens – BSN opvragen;
- Het BSN en bijbehorende personalia (NAW) gebruiken voor de verdere registratie in Topicus HAP;
- Het BSN en de bijbehorende personalia te verifiëren – BSN verifiëren;
- Via alleen het BSN de personalia opvragen – Persoonsgegevens opvragen – en te gebruiken binnen Topicus HAP.
BSN opvragen en verifiëren
Om de SBV-z te bevragen wordt gebruik gemaakt van een minimale combinatie van gegevens om te komen tot een match.
Altijd verplicht, voordat op de knop BSN zoeken kan worden geklikt:
- Geboortedatum & Geslacht.
Minimaal gecombineerd met Het is niet verplicht maar wel geadviseerd om zoekcriteria 1 & 2 beide in te voeren wanneer de gegevens bekend zijn. Ook woonplaats en eigen HA kunnen ondersteunen in een goede keuze te maken bij het vinden van het BSN.
:
- Eigennaam en/of
- Postcode/huisnummer
TIP 1 – Door óók de voorletters in te voeren kan een Meerling sneller worden geïdentificeerd.
TIP 2 – Voor een snelle registratie van een nieuwe patiënt wordt eerst via de SBZ-z het BSN en de personalia opgevraagd en overgenomen. Het adres wordt automatisch aangevuld en hoeft niet meer handmatig te worden geregistreerd.
Persoonsgegevens opvragen
Wanneer het BSN bekend is en getwijfeld wordt aan de ingevoerde personalia (er kan bijvoorbeeld geen match worden gevonden bij de SBV-z via de hierboven genoemde zoekpaden en verplichte velden), dan kan alleen met het BSN de SBV-z bevraagd worden. Door een vink te plaatsen in het veld 'Alleen BSN zoeken?' wordt alleen met het BSN gezocht; bij een match worden de bijbehorende personalia getoond en kunnen worden gebruikt binnen Topicus HAP.
Figuur 12 - alleen met het BSN de SBV-z bevragen naar personalia
SBV-z Match screen
Als het zoeken bij de SBV-z leidt tot een unieke hit dan wordt het 'SBV-z match screen' getoond.
Figuur 13 - SBV-z match screen
- Verschillen tussen de gegevens waarmee gezocht is en gevonden worden rood omkaderd;
- Bovenin wordt aanvullende informatie getoond m.b.t. het resultaat Informatie aangeleverd door de SBV-z..
- Wanneer een geboortedatum nullen bevat, wordt de dichtstbijzijnde geboortedatum voor ingevuld. Dit wordt gemeld.
- Wanneer de persoonsgegevens in onderzoek zijn dan wordt dit gemeld en kunnen velden leeg zijn.
- Voornaam, geboorteplaats en –land worden alleen getoond en kunnen niet worden gebruikt binnen de applicatie Topicus HAP gebruikt roepnaam i.p.v. ontvangen voornaam (=doopnaam).;
- Woonplaats kan 'Gemeente van inschrijving' of 'Gemeentedeel' zijn afhankelijk van het antwoord van de SBV-z.
- Wanneer met de muis over de woonplaats wordt bewogen wordt getoond welk type woonplaats is gebruikt.
Overnemen van gegevens
Via de knop [Alles overnemen] worden alle velden van de SBV-z overgenomen. Dit is vanuit de rechterkolom en gebruikt binnen Topicus HAP (linker kolom).
Let op! - Als velden in de rechter kolom leeg zijn dan wordt bij [Alles overnemen] de gevulde velden in de linker kolom overschreven. Als dat niet gewenst is dan kan via de groene pijlen per veld worden bepaald welke overgenomen moet worden.in Topicus HAP.
Let op! - Klik [Opslaan] voor het definitief overnemen van de gegevens in de Topicus HAP.
TIP - Om als eindresultaat een geverifieerd BSN te krijgen dient minimaal de combinatie van BSN met Eigennaam, geboortedatum en geslacht onveranderd te worden overgenomen.
BSN status vs BSN bron
Alleen een geverifieerd BSN mag gebruikt worden in de communicatie met derden (bijvoorbeeld LSP, OZIS, VECOZO, afdrukken op het recept/contactformulier etc.) Mits voorzien van een positieve identiteit vastlegging.. Een geverifieerd BSN heeft een groen kenmerk 'Gecontroleerd'. Als het BSN niet geverifieerd is of mislukt dan wordt een oranje kenmerk getoond 'Niet gecontroleerd'.
Figuur 14 - BSN status niet geverifieerd met oranje kenmerk
De bron wordt vermeld (SBV-z of LDAP) en datum/tijdstip en naam van de medewerker die deze controle als laatste heeft uitgevoerd. Bij handmatige invoer van het BSN of als de combinatie naam/geboortedatum en geslacht niet is overgenomen van het SBV-z match screen is de bron 'Eigen administratie'. Dit betekent dat het BSN niet geverifieerd is en hiermee niet gecommuniceerd mag worden met het LSP:
Het BSN verliest de status 'geverifieerd' wanneer:
- Bij handmatige invoer van het BSN, zonder verificatie bij de SBV-z;
- Bij een geverifieerd BSN wijzigen van één van de vier 'key' velden:
- BSN.
- Eigennaam.
- Geboortedatum.
- Geslacht.
Identiteit vastlegging
Figuur 15 - positieve en negatieve identiteitsvastlegging
Achter de kop 'Identiteit vastleggen' wordt duidelijk in het groen of oranje de status van de identiteitsvastlegging vermeld. Beweeg met de muis over de tekst om datum, tijdstip en wie de laatste vastlegging heeft gedaan te tonen.
Tabel 2 - identiteitsvastlegging velden
Kader |
Gebruik/format |
Aanvullende opmerkingen |
Identiteit gebruiken |
Eerder vastgelegde identiteit gebruiken in het huidige contact. |
|
Identiteit invoeren/ wijzigen |
Ingevoerde identiteit wijzigen of voor de eerste keer invoeren. |
|
Negatief |
De identiteit is onbetrouwbaar. |
|
WID controle |
Bij ernstige twijfel aan de geldigheid van het Identiteit document |
|
De identiteit kan worden vastgelegd tijdens contactaanname, in de werklijst bij het binnenmelden en via het patiëntbeheer. Dit wordt in de handleidingen PH 32 - Werklijst en 40-Beheer in detail toegelicht
Factuuradres
Bij de patiënt kan op het personaliascherm het factuuradres worden geregistreerd. Als het factuuradres bij de patiënt geregistreerd staat wordt dit gebruikt in de declaratie Geldt iig voor AWBZ patiënten en patiënten die een negatieve COV hebben.
Figuur 16 - patiënt met handmatig ingevoerd factuuradres
Het factuuradres is optioneel, als het factuuradres (deels) is ingevuld dan is het verplicht postcode/huisnummer/plaats in te vullen. Hier wordt bij [Verder naar contact] op gecontroleerd. Als bij [Afsluiten] het factuuradres nog steeds onvolledig is dan wordt het contact als een 'onvolledige call' behandeld (gelijk aan wanneer de arts of geboortedatum mist) en in het submenu 'onvolledige calls' geplaatst.
Het factuuradres maakt ook gebruik van de postcodetabel, de werking is gelijk aan het invullen van het thuisadres. Zie Tabel 1.
Zodra het factuuradres is ingevuld wordt een kenmerk op het tabblad getoond.
Figuur 17 - kenmerk dat factuuradres is ingevoerd
AWBZ
De declaratie van AWBZ patiënten naar een AWBZ instelling wordt integraal ondersteund binnen het primair proces. Voorwaarde is dat in het organisatiebeheer de AWBZ organisatie (dit wordt ook de factuurorganisatie genoemd) op een juiste wijze is aangemaakt (zie beheerhandleiding). Als deze in het organisatiebeheer zijn aangemaakt dan wordt op het factuuradres tabblad een drop down keuzelijst getoond met de ingevoerde factuurorganisaties.
Bij invoer van de gerelateerde postcode/huisnummers wordt automatisch de juiste factuurorganisatie geselecteerd bij een nieuwe patiënt, de overige adresvelden zijn hierna weg geklapt.
Figuur 18 - AWBZ patiënt automatisch gekoppeld aan een AWBZ organisatie
Het is ook mogelijk een factuurorganisatie handmatig te kiezen als de postcode/huisnummer combinatie niet herkend wordt. Klik op het tabblad 'Factuuradres' en klik op het pijltje om de menukeuzelijst 'factuurorganisatie' open te klappen. Kies de juiste organisatie.
Figuur 19 – menukeuzelijst met factuurorganisaties voor handmatig toevoegen aan de patiënt
Als een factuurorganisatie is gekoppeld aan de patiënt dan gaat de factuur als onderdeel van het declaratieproces naar de betreffende factuurorganisatie. Om de keuze ongedaan te maken wordt de menukeuzelijst opengeklapt en de lege regel gekozen.
Activeren of Inactiveren van de patiënt
Als een patiënt is overleden dan is het wenselijk de patiënt inactief te maken. Hiermee wordt de patiënt niet meer getoond in het 'Patiënt zoeken' resultaat tijdens de dienst. De patiënt wordt wel altijd teruggevonden in het patiënten beheer.
Voor het inactiveren van de patiënt:
- Klik in het zoekresultaat op de patiëntregel;
- Voor de reden van inactiveren in, in het veld "Reden uitschrijven";
-
Klik de knop [Uitschrijven];
- Bevestig de getoonde melding, hierna wordt het patiënten beheerscherm getoond en is de patiënt inactief en "uitgeschreven".
Figuur 20 - patiënt inactiveren (uitschrijven)
Voor het activeren van de patiënt:
- Klik in het zoekresultaat op de inactieve patiëntregel (grijs);
-
Klik de knop [Inschrijven];
- Bevestig de getoonde melding, hierna is de patiënt weer actief en 'ingeschreven'.
Figuur 21 - activeren van de patiënt (inschrijven)
Tabblad Additioneel
Op het tabblad 'Additioneel' wordt patiënt gerelateerde 'dossier' informatie getoond die kan worden gewijzigd of nieuwe toegevoegd. Deze informatie wordt altijd in ieder contact voor deze patiënt getoond:
- Gekoppelde Topicus HAP memo's;
- Contra-indicaties;
- Allergieën
Figuur 22 - tabblad additioneel met gekoppelde Topicus hap memo
Opties 2 en 3 worden alleen getoond o.b.v. toegekende rechten in het rollenbeheer ICA aanmaken en bewerken ingesteld door de huisartsenpost' (zie PH 40 beheerhandleiding). Omdat deze functionaliteit binnen de huisartsenposten vooralsnog niet gebruikt gaat worden (quote strategisch overleg d.d. 31-10-2012) zal dit nu niet verder worden toegelicht (voor informatie kan contact worden opgenomen met Ariane Schepen).
Standaard worden de actieve memo's getoond gesorteerd van nieuw (boven) naar oud (onder) Startdatum. Via de optie 'Alle memo's tonen' worden ook de inactieve, met een einddatum in het verleden, memo's getoond. Iedere memoregel toont de volgende informatie:
- De kolom 'Inhoud' toont de 'kerninformatie' van de memo
- Kerninformatie is essentiële informatie die altijd direct in beeld moet zijn.
- Dit is vastgesteld door de huisartsenpost als onderdeel van het sjabloon in het beheer
- Er kan naast de kerninformatie meer informatie beschikbaar zijn; deze wordt getoond als op de memoregel wordt geklikt.
- Kolom 'Type' geeft aan wat voor type memo het betreft
- Er kunnen in het beheer verschillende sjablonen met verschillende informatie zijn aangemaakt.
- Kolom 'Versie' geeft het versienummer van de memo die aan de patiënt gekoppeld is.
- Afhankelijk van eventuele wijzigingen die in het formulierenbeheer op de memo zijn gedaan kunnen er nieuwe versies beschikbaar zijn.
- De kolommen 'Van' en 'Tot' tonen de start- en einddatum van de memo
- Als de 'Van' datum in de toekomst ligt is de memo nog niet actief.
- Als de 'Tot' datum op vandaag of in het verleden ligt is de memo niet meer actief.
- De kolom 'Door' toont de medewerker die de memo heeft aangemaakt.
- Via het blauwe kruisje kan de memo geïnactiveerd worden
- De 'Tot' datum wordt op vandaag gezet.
- De kolom met het dossier icoon toont de memo Audit Trail
- Alle wijzigingen op de memo (wijzigen inhoud en of start-/einddatum, activeren/deactiveren) worden gelogd en in de Audit Trail getoond.
- De kolom met het rode driehoekje geeft aan dat de memo actief bovenaan geplaatst is ongeacht het moment van aan maken.
Op verschillende kolommen (van, tot, type en versie) kan gesorteerd worden. In de handleiding PH 40 – beheer wordt meer toegelicht over de onderliggende 'formuliersjablonen'.
Koppelen nieuwe memo aan de patiënt
Klik de knop [Toevoegen] om een nieuwe memo aan de patiënt te koppelen. Het 'memo toevoegen scherm' wordt getoond met de startdatum op 'vandaag'.
Figuur 23 - memo toevoegen scherm
- De einddatum (tot) is optioneel of voor ingevuld op het 'x' aantal dagen in de toekomst zoals in het instantiebeheer ingesteld;
- Kies het type memo dat moet worden gekoppeld in de 'Type memo menukeuzelijst';
- Met de optie 'Altijd bovenaan' wordt de memo altijd bovenaan als er meerdere memo's zijn ongeacht wanneer de memo is aangemaakt.
Hierna wordt de memo met de verschillende vragen zoals vastgesteld in het formulierenbeheer getoond. Beantwoord de vragen, de vragen met een blauwe zijn verplicht en klik [Memo opslaan] voor het koppelen van de memo aan de patiënt. In het voorbeeld wordt de complexe memo aan de patiënt gekoppeld.
Figuur 24 - koppelen palliatieve memo aan de patiënt
Velden voor informatie uit het dossier van de huisarts/apotheek
De rubrieken bedoelt voor het tonen van informatie afkomstig van de eigen huisarts of apotheek van de patiënt op de memo, worden alleen tijdens een contactregistratie voorzien van informatie. Niet bij het aanmaken en koppelen van de memo aan de patiënt. Dit zijn rubrieken als Allergieën, Contra-indicaties en Uitslagen. M.n. de getoonde Uitslagen kunnen gefilterd zijn op de meest belangrijke noodzakelijk voor de dienst (zie PH40 beheer handleiding).
Altijd bovenaan
Het is mogelijk om in te stellen dat de memo altijd bovenaan moet worden getoond ongeacht of er memo's zijn met een recentere 'van' datum. Klik hiervoor bij het aanmaken of wijzigen van de memo de check box 'Altijd bovenaan'.
Figuur 25 - memo altijd bovenaan tonen bij wijzigen of aanmaken van de memo
'Van' datum in de toekomst
Als één of meerdere memo's pas in de toekomst actief worden ('van' datum ligt in de toekomst) dan is het onderliggende tijdstip van aanmaken leidend in de volgorde waarin de memo's getoond worden op dag dat de memo actief wordt.
Wijzigen gekoppelde memo
Klik op een memoregel om een wijziging door te voeren. Het memo voorschrijvenscherm wordt getoond.
Figuur 26 - memo wijzigen
Alle velden worden getoond en kunnen, m.u.v. het veld 'type memo', gewijzigd worden. Via de knop [Afdrukvoorbeeld tonen] wordt een totaal overzicht van de memo getoond, inclusief personalia, en kan de memo afgedrukt worden. Klik [Memo opslaan] om de wijzigingen te bewaren.
Let op! - als bij openen van de memo een nieuwere versie van het formuliersjabloon waar de memo op gebaseerd is beschikbaar is, dan wordt automatisch de nieuwste versie van de memo getoond. Dit kan betekenen dat er extra velden beschikbaar zijn of dat bestaande velden zijn weggevallen.
Indexoverzicht
Wanneer je bent ingelogd met een UZI pas, dan wordt op het Personaliascherm een extra knop [Indexoverzicht] getoond. Hiermee wordt een overzicht getoond van alle externe zorgaanbieders die dossier informatie (Professionele Samenvatting – PS – of Medicatie Gegevens – MG – ) aanleveren voor deze patiënt. Klik op Sluiten om de pop-up te sluiten.
Figuur 27 - index overzicht
Opmerkingen
0 opmerkingen
U moet u aanmelden om een opmerking te plaatsen.